Anthropic Interviewer toont aan: werknemers omarmen AI, maar blijven aarzelen bij erkenning en toekomst
Anthropic heeft een nieuw onderzoeksinstrument gelanceerd: Anthropic Interviewer, een door Claude aangedreven tool die automatisch kwalitatieve interviews afneemt en analyseert. In de eerste grote studie kregen 1.250 professionals (werknemers, creatieven en wetenschappers) de kans te vertellen hoe zij AI gebruiken en wat dat doet met hun werk. Resultaat: een overgrote meerderheid ervaart dat AI hen tijd bespaart en hun productiviteit verhoogt. Tegelijkertijd is er veel terughoudendheid, veel mensen verbergen dat ze AI gebruiken, en een groot deel is bezorgd over de impact op hun carrière.
Wat is “Anthropic Interviewer”?
In plaats van traditionele enquêtes of dashboards, gebruikt Anthropic Interviewer AI om diepgaande, semi-gestructureerde interviews af te nemen, telkens 10–15 minuten, en automatische clustering van thema’s uit de antwoorden te doen, waarna menselijke onderzoekers de data interpreteren.
Voor de eerste test werden 1.250 professionals ondervraagd: 1.000 uit de “algemene beroepsbevolking”, plus 125 creatieven en 125 wetenschappers.
Alle 1.250 interviewtranscripten worden publiek beschikbaar gesteld, onder een open licentie.
Deze aanpak biedt iets nieuws: kwalitatieve inzichten op schaal. In plaats van enkel te meten wat mensen doen (metrics, clicks, tijdsbesteding), onthult dit wat ze voelen, denken en vrezen, iets dat met klassieke, grootschalige methodes moeilijk te vangen is.
Belangrijkste bevindingen
Productiviteit en tijdswinst
In de algemene beroepsgroep gaf 86 % aan dat AI hen tijd bespaart.
65 % was tevreden met de rol die AI speelt in hun werk.
Onder creatieven is het enthousiasme soms nog groter: 97 % zei dat AI tijd bespaart, en 68 % vond dat de kwaliteit van hun werk erdoor verbeterde.
Voor veel respondenten is AI vooral een hulpmiddel om routine- of administratieve taken te automatiseren, zodat zij zich kunnen richten op creatievere, menselijke of relationele aspecten van hun werk.
Sociale druk en stigma
Toch is het gebruik van AI niet altijd openlijk. 69 % van de werknemers noemde “sociale stigma” als reden om hun AI-gebruik te verbergen.
Een fact-checker vertelde dat hij niets zei toen een collega uiting gaf van “haat tegen AI”, hij zei niets uit angst voor oordeel.
Voor creatieven is dat stigma zelfs nog sterker: ongeveer 70 % gaf aan dat ze bewust omgaan met hoe zichtbaar hun AI-gebruik is.
Met andere woorden: ook al gebruiken velen AI, ze willen er liever niet openlijk over praten deels uit angst voor negatieve perceptie, deels uit onzekerheid over wat het betekent voor hun vakidentiteit.
Onzekerheid over de toekomst
In de algemene groep zei 55 % zich zorgen te maken over wat AI betekent voor hun carrière op lange termijn.
Slechts 41 % zei dat ze zich “veilig” voelden in hun baan en geloofde dat menselijke vaardigheden onvervangbaar blijven.
Sommige deelnemers overwegen daarom om hun rol te hertekenen: van uitvoerend werk naar functies waarin ze AI beheren, begeleiden of controleren. Ongeveer 48 % zei dat zo’n overstap voor hen mogelijk is.
Voor creatieven kwam daar nog bij dat professionals vrezen voor concrete economische verdringing, bijvoorbeeld creatieve disciplines waar synthetisch of AI-gegenereerd werk de markt op drukt.
Verschillen tussen groepen
Creatieven: profiteren sterk van AI: sneller werken, grotere output, betere efficiëntie, maar worstelen met stigma en onzekerheid over de waardering van hun werk.
Wetenschappers/researchers: gebruiken AI voor ondersteunende taken (literatuurstudie, data-analyse, schrijven), maar uiten meer terughoudendheid. Ze vertrouwen AI onvoldoende om kernonderzoek, hypothesevorming of experimenteel design aan over te laten.
Algemene professionals: zien vooral AI als pragmatisch hulpmiddel om tijd te besparen en routine te automatiseren, terwijl ze proberen de “menselijke kern” van hun werk te behouden.
Waarom dit belangrijk is
De onderzoeksopzet zelf is al een paradigmaverschuiving: AI-geïnterviewde, grootschalige kwalitatieve studies maken mogelijk wat vroeger onrealistisch was: enorme datasets met rijke, subjectieve ervaringen en gevoelens.
De bevindingen geven een genuanceerd beeld van AI-adoptie: niet enkel “meer automatisering” of “volledige vervanging”, maar ook “voorzichtige acceptatie”, “verbergde adoptie” en “zoektocht naar nieuwe professionele identiteit”.
Voor beleidsmakers, bedrijven en AI-ontwikkelaars werpt dit een spotlight op de menselijke kant van AI, dus niet alleen efficiëntie, maar ook psychologische veiligheid, werkcultuur, identiteitsgevoel en maatschappelijke impact.
Wat we straks kunnen verwachten
Hugging Face host de dataset van alle 1.250 interviews, publiek beschikbaar. Dit biedt onderzoekers, journalisten en beleidsmakers de kans om zelf analyses te doen en trends verder uit te spitten. Hugging Face
Volgens Anthropic is dit pas de eerste “wave”, het is de bedoeling dat Interviewer gebruikt zal worden voor lopende en longitudinale studies om te tracken hoe houding tot AI evolueert over tijd.
Deze aanpak zou wel eens een blauwdruk kunnen vormen voor hoe we in de toekomst grootschalige, kwalitatieve AI-impactstudies uitvoeren met diepgaande, menselijke inzichten, geschaald door AI.

